het idee met het Keith Haring poppetje vind ik ook leuk,niet te gecompliceerd om te maken, zodat het hele gebeuren niet 10 lesuren in beslag neemt. prima idee ook om Haring bij de introductie te betrekken. Van dat poster verhaal met kleurfilters snap ik niet hoe dat werkt, nog maar even mondeling toelichten denk ik. Waar is de bal is ook leuk, maar teveel dingen erbij betrekken lijkt mij niet goed. Simple is better.

Waar is de bal?

Er zitten al erg leuke en bruikbare ideeen bij. Ik vind vooral die Keith Haring-achtige poppetjes erg leuk en realiseerbaar. (al vind ik dat kleur wel essentieel is in Keith Harings werk) ter inspiratie nog wat voorbeelden van het door Eveline aangehaalde 'waar is de bal?': en een leuke link:

Thema OS Londen 2012

Het thema voor de Olympische Spelen Londen 2012 is

'Inspiring a Generation'

Worksheet: Inspiring a Genaration

Zo maar iets dat ik tegenkwam en mss leuk is voor in de klas rondom het thema OS. Zie website:
http://www.activityvillage.co.uk/london_olympics_motto_worksheet.htm

Ideeën

Het thema Olympische Spelen lijkt mij nog steeds een goed thema. In dat kader heb ik een aantal lesideeën, met als beeldend probleem: beweging suggereren, wat mooi past bij de Olympische Spelen, dus ook in die zin vind ik het een goede koppeling tussen het thema en het beeldend probleem.

Ideeën:

1. D.m.v. lichaamshouding en beweging uitbeelden welke sport er bedoeld wordt, waarbij de leerlingen poppetjes à la Keith Haring maken van karton en splitpennen . De lichaamshouding is makkelijk te veranderen, met een goede instructie worden alle poppetjes even groot gemaakt, alle leerlingen kunnen meedoen (niet alleen degene die goed kunnen tekenen), het wordt enig sinds abstract omdat ze geen gezichten, kleding e.d. tekenen, waardoor het echt om de lichaamshouding gaat en dit effect in een animatiefilmpje vergroot wordt, het is niet heel tijdrovend. Keith Haring is ook een goed onderwerp om als introductie mee te starten. Het animatiefilmpje zou kunnen verbeelden dat de Olympische Sporten gepresenteerd worden op een scherm of de verschillende sporten worden gepresenteerd door van elke sport een sporter binnen te laten komen in het stadion. Het ontwerpen van het stadion, als achtergrond, is dan een aparte opdracht voor één groepje leerlingen. De overige leerlingen krijgen bijvoorbeeld drie sporten per groepje toegewezen, of ze krijgen een lijstje van vijf sporten waar ze er drie uit kunnen kiezen. 

2. De leerlingen maken een potloodtekening (grijstinten) van een sporter, op wit papier, fotograferen deze en zetten er op de computer een kleurfilter overheen. Ze kiezen het filter dat zij het best vinden passen. SAlle leerlingen te samen maken zo een poster voor de Olympische Spelen, met allemaal afbeeldingen van een sport in een kleur die zij bij deze sport vinden passen. Variant: per leerling een poster, met één tekening in verschillende kleuren. Beetje à la Andy Warhol. Gelijk een goed indroductie. Nadeel: voor een mooi effect, moeten ze wel een beetje kunnen tekenen.

3. Leerlingen per groepje foto's laten maken van sportbewegingen, die samen een sport uitbeelden. Deze beelden achter elkaar vormen een animatiefilmpje. Dit kan weer in het kader van de Olympische Spelen worden gegoten.

4. D.m.v. een compositie duidelijk maken waar zich de bal bevind (naar idee van Arnoud over vroeger tv-spel). Compositie kan gemaakt worden door de leerlingen zelf (bewegingen fotograferen of filmen), of met poppetjes van karton en splitpennen.